De tijd haalt Buckminster Fuller nooit in

Buckminster_Fuller_Amerikaans_paviljoenDoor Bob Witman


Goede kunst is opwinding: de opwinding die zich van je meester maakt wanneer je hoofd in een museumzaal vol werk van Richard Buckminster Fuller overstroomt van geestverruimende ideeën. In het zaaltje ernaast blijk je niet de enige met zo’n vol hoofd. Want daar brengen kunstenaars als Ai Weiwei, Olafur Eliasson en Tomas Saraceno een eerbetoon aan het rijke gedachtengoed van de Amerikaanse visionair.

Wat Richard Buckminster Fuller (1895-1983) precies was, is onduidelijk: architect, wetenschapper, dichter, futurist of ingenieur. Wat wel duidelijk is: hij is het prototype van een inspirator voor kunst en wetenschap. Hij is een man naar wie niet alleen een molecuul is vernoemd (het bolvormige Buckminsterfullereen lijkt sprekend op Fullers beroemde koepels), die niet alleen een inspiratiebron was voor een grote architect als Norman Foster, maar die ook lesgaf aan componist John Cage, danspionier Merce Cunningham en schilder Willem de Kooning. Hoeveel past er in een mensenleven?

Bucky, zoals hij zichzelf graag mocht noemen, was op een bijna spookachtige manier zijn tijd ver vooruit. Als je vandaag zijn druppelvormige Dymaxion Car uit 1933 ziet, raak je bijna ontroerd van de moderniteit die het ding uitstraalt. Misschien was de driewieler qua veiligheid niet geslaagd (de bestuurder van een van de eerste prototypes verongelukte), maar qua zuinigheid, design en ruimtebenutting is hij onovertroffen. Er konden elf mensen in het autootje dat was gebouwd op het chassis van een gewone Ford Tudor Sedan.

dymaxion_car_buckminster_fullerEr hebben er maar drie bestaan (FILMPJE). Architect Norman Foster – die van 1971 tot 1983 met Buckminster Fuller werkte – heeft vorig jaar een vierde laten nabouwen. Het exemplaar staat trots te glimmen in het museum – helaas alleen de eerste weken van de tentoonstelling. Het ontwerp is als dat van een vliegtuig (het prototype had vleugeltjes). Het lijkt sprekend op zo’n druppelvormige ligfiets die je tegenwoordig ziet.

Een zaaltje verderop in museum Marta Herford in Herford (een bescheiden Duitse provincieplaats 275 kilometer ten oosten van Utrecht, met verbazingwekkend genoeg een museum van architect Frank Gehry) staat een vierwielige ciclomóvil van de Mexicaanse kunstenaar Pedro Reyes. Die heeft van de Dymaxion Car een fiets gemaakt, al is het meer een esthetisch experiment dan een windtunnelontwerp. Even verder staat de ode aan Fullers Dymaxion House (1929) van Franka Hörnschemeyer (Blindtext, 2009), een soort spiegelpaleis met klepperende aluminium deuren die een minidoolhof vormen.

Het Duitse museum presenteert een dubbeltentoonstelling. Het eerste deel toont werk van Buckminster Fuller dat al eerder in Madrid was te zien onder de titel Spaceship Earth. Architect en Bucky-adept Norman Foster is hier de grote drijfveer. Je zou kunnen zeggen dat de koepel die Foster ontwierp voor de Berlijnse Reichstag, postuum is geïnspireerd op zijn samenwerking met Fuller. Het andere deel van de tentoonstelling, Wir Sind Alle Astronauten, is de reflectie van 22 kunstenaars die een tic hebben van de Amerikaan die ‘de Leonardo da Vinci van zijn tijd’ wordt genoemd.

Buckminster_Fuller_Dymaxion_HouseDit tezamen levert een mooi spiegelbeeld op. De moderniteit van Buckminster Fuller is zo onthutsend, dat de tijd nog steeds bezig lijkt hem in te halen. Wat vooral kunstenaars in hem waarderen, is dat het hem nooit ging om de uiterlijke verschijning van zijn ontwerp, maar om het idee en de techniek die erin verscholen zat: ‘Je kunt onmogelijk ontwerpen van buiten naar binnen’, klaagde hij eens over de architectuur. ‘Er is geen karakter tenzij je van binnen naar buiten ontwerpt. De buitenkant moet een uitdrukking zijn van de interne functionaliteit en van het leven binnenin.’

Van binnen naar buiten, dat is ook hoe Franka Hörnschemeyers spiegelpaleis is ontworpen. Binnen dwaal je door een aangenaam intiem doolhof. De buitenkant lijkt alleen het toevallige gevolg van de binnenkant. Alsof de kunstenares wil aantonen dat Buckminster Fuller niet echt is geïnteresseerd in gebouwen. Wat wel klopt. Ruimte boeide hem, en constructies, niet de vorm.

Dat mag blijken uit zijn eerste architectuurschepping uit 1929: het zeskantig lichtgewicht ultramoderne Dymaxion House, waarvan veel tekeningen zijn te zien. Je kon het als een paraplu vanuit een zeppelin neerplanten op een locatie naar keuze. Modern wonen voor iedereen, was een van zijn dromen. Huizen neerplanten als bomen. Fuller wilde voor huisvesting worden wat Henry Ford voor de automobielindustrie was.

Lighthouse heette zijn eerste concept voor het Dymaxion (een samentrekking van dynamics, maximum en tension) House. Light omdat het lichtgewicht materiaal was uit de vliegindustrie. Light ook omdat het zo veel licht naar binnen liet, en omdat technische huishoudverbeteringen het leven lichter moesten maken.

Buckminster Fuller was een autodidact, die zijn technische kennis opdeed in de Amerikaanse marine en vliegtuigindustrie. Hij kwam uit een rijk patriciërsgezin, dat hij teleurstelde door twee keer van Harvard verwijderd te worden; Fuller feestte liever dan dat hij studeerde. In 1927, zo wil de mythologie die Fuller rond zijn eigen persoon schiep, raakte hij in een diepe crisis. Hij dronk, was bankroet, overwoog zelfmoord, maar besloot het leven van de mensheid aangenamer te maken door middel van nieuwe techniek.

Buckminster_FullerDie zelfgekozen missie is zijn rode draad. De auto, het huis en zijn grootste vinding, de geodetische koepel ofwel de Dome: het waren zonder uitzonderingen uitvindingen bestemd om de wereld vooruit te helpen. En om alternatieven te zoeken voor de oude materialen en oude energievormen. Het is misschien niet gek dat Buckminster Fuller door de hippies in de jaren zeventig omarmd werd als een van de eerste ‘groene’ denkers.

Het fascinerendste aan Buckminster Fuller is de vraag wat de bron is van zijn stortvloed aan ideeën. Die beperken zich niet tot huizen en auto’s. Hij ontwierp een nieuwe wereldkaart die eerlijker de oppervlakte van landen weergaf. Was het goddelijke inspiratie, waarmee hij dichtte in God is een werkwoord:

God, to me, it seems

is a verb,

not a noun,

proper or improper.

Hij leerde de wereld denken in 4D (inclusief tijdfactor). En hij lanceerde het begrip tensegrity, dat later door biologen werd overgenomen om moleculaire spanning te duiden.

Shelter, onderdak voor velen, voor weinig geld. Het was Buckminster Fullers droom om een koepel van drie kilometer doorsnee te maken over Manhattan. Overdag zou de koepel groeien en zwellen door de warmte van alle werkende mensen en kantoren. De Duitse kunstenaar Albrecht Schäfer paste dat concept toe in huis-tuin-en-keukenopstelling: een stuk bouwzeil dat aan dunne draadjes boven de grond zweeft (Ocellus, 2010). De bouwlampen eronder geven warmte af. Door de hitte stijgt en welft het zeil gracieus omhoog. Tot het een hoogte heeft bereikt dat de warmte ontsnapt en het doek ineenzijgt. En het begint weer opnieuw. Het is een van de sympathiekste odes aan het werk van Buckminster Fuller in Herford.

Overigens geeft ook deze tentoonstelling weinig prijs over de bron van zijn ideeën. Een fan heeft ooit gezegd. ‘Wie zegt dat Bucky niet van Mars komt. Welk bewijs hebben we daar eigenlijk voor?’ Geen bewijs, moet het antwoord luiden, behalve Fullers eigen, hier vertaalde, tekst uit 1970: ‘Ik leef op aarde in het nu en ik weet niet wat ik ben. Ik weet dat ik niet een categorie ben. Ik ben geen ding – een zelfstandig naamwoord. Het schijnt dat ik een werkwoord ben, een evolutionair proces – een integrale functie van de schepping.’

Dubbelexpositie Bucky Fuller & Spaceship Earth en Wir Sind Alle Astronauten, museum Marta Herford, Herford, tot 18 september. Catalogus Wir Sind alle Astronauten: Kerber Verlag, € 30,-.
preload preload preload