Japanse architect van de wederopbouw

Door Bob Witman/23 maart 2005 / de Volkskrant

AMSTERDAM
Kenzo Tange is waarschijnlijk de belangrijkste inspirator van de naoorlogse Japanse architectuur. De zeer esthetische, kale maar ook zo harmonische ontwerpen van jongere collega’s als Tadao Ando en Toyo Ito zijn vandaag de dag overal te zien. Tange was de aanstichter van die mix van modernisme en Japanse traditie.

De architect is dinsdag aan een hartstilstand overleden op 91-jarige leeftijd. Zijn belangrijkste ontwerp is een tweeling-sporthal voor de Olympische Spelen van Tokio in 1964. ‘Twee enorme gedraaide komma’s’, noemde hij de hal zelf.

Tange is de architect van de Japanse wederopbouw. Hij werd in 1950 bekend met zijn vredespaviljoen in Hiroshima, de stad die door een atoombom werd verwoest. Het gebouw is duidelijk op Le Corbusier geïnspireerd. Een sober langwerpig paviljoen op betonnen poten. Tange had Le Corbusiers legendarische Unité d’Habitation in Marseille bezocht. ‘Geen ander architectonisch werk heeft me zo beroerd’, zei hij erover.

Toen Tange eind jaren dertig begon, was de Japanse architectuur gebaseerd op traditionele bouwmethoden en oosterse esthetiek. Als jongen viel hij volledig voor de nieuwe westerse bouwstijl, die in Europa modernisme heet en door Amerikanen meestal wordt aangeduid als International Style. En Tange gebruikte de industriële sobere vormentaal van die westerlingen en nam hun favoriete materiaal over: beton.

Hij was een vernieuwer, maar vergat het verleden niet. ‘De rol van de traditie’, zei hij ooit, ‘is die van katalysator, die het chemisch proces op gang moet brengen. Maar de traditie mag nooit te herkenbaar zijn in het eindresultaat.’

Tot zijn belangrijkste gebouwen behoren naast het Hiroshima paviljoen en de Olympisch stadions, het stadhuis van Tokio (1991), de luchthaven van Koeweit (1979) en de Mariakathedraal van Tokio (uit 1964). Dat laatste is een imponerende uit twee zuilen opgetrokken kerk, die nog het meest lijkt op een vogel die zijn vleugels uitslaat.

Zijn belangrijkste nalatenschap was echter niet een gebouw, maar een plan. Het ‘Plan voor Tokio 1960’, was een een visionaire stedenbouwkundige schets voor een stad die toen al veel te krap in de jas zat. In Tanges visie zouden aan de kustzijde tal van wooneilanden verrijzen met veel hoogbouw voor de stadsbewoners. Het sloot aan bij de toen groeiende stedenbouwkundige opvatting om de stad te zien als een ‘levend organisme’.

Hij won in 1987 als eerste Japanner de belangrijkste architectuurprijs, de Pritzker Prize. Zijn eigen huis wilde hij niet bouwen. ‘Omdat dan mijn vrouw en kinderen erover zouden kunnen klagen.’

preload preload preload