Placemakers moeten Strijp-S identiteit geven

Termen als condo’s, lofts, hangende daktuinen, communityruimten, ze vliegen in het rond in Eindhoven. De grauwe industriestad verandert langzaam maar zeker in een échte lichtstad.

Strijp-s_adriaan_geuze_eindhoven2

Als je zoiets ingewikkelds als een stad wilt uitleggen, is het handig als je een overzichtelijke anekdote voorhanden hebt. Die is er in Eindhoven, de stad waar het bedrijf Philips als dominante factor is verdwenen, maar tegelijk nog rondwaart in tal van straten, verhalen en gebouwen. De anekdote gaat over de man die zwaar zijn stempel op de stad heeft gedrukt: Frits Philips (1905-2005).

Frits Philips staat op het balkon van zijn landgoed De Wielewaal, vanwaar hij drie kilometer verderop de Lichttoren in het centrum van de stad kan zien liggen. Dat is de plek waar zijn voorvaderen de eerste gloeilampen ontwikkelden. Dat uitzicht is belangrijk. Vanuit zijn huis wil hij een directe zichtlijn hebben op de geboortegrond van het bedrijf. Halverwege de lijn ligt Strijp-S, het immense fabriekscomplex van Philips. Volgens de anekdote nam meneer Frits zich op dat balkon voor dat alle gebouwen op Strijp-S zo moesten worden neergezet dat hij vrij zicht hield op de Lichttoren.

Of het precies zo is gegaan, weet landschapsarchitect Adriaan Geuze, directeur bij West 8, een internationaal vermaard stedenbouwadviseur, niet zeker. Het is echter een anekdote die te fijn is om stuk te checken, zeker nu Geuze is gevraagd toe te zien op het masterplan voor Strijp-S. Het verhaal over de Philipscorridor, die vanuit het centrum naar de westkant van de stad snijdt, is een mooie kapstok om het nieuwe Eindhoven aan op te hangen.

strijp-s_eindhoven3Strijp-S is de sleutel van het nieuwe Eindhoven, omdat hier de toekomst samenvalt met de geschiedenis. Als er in architectonisch opzicht een wonder is van Eindhoven, dat moet het hier zijn. ‘De regio Eindhoven is een heel intensieve stadsregio, maar miste een stedelijk hart waar wonen, cultuur en ondernemerschap dicht bij elkaar zitten. Waar startende bedrijven gevestigde industrie kunnen ontmoeten. Strijp-S heeft het in zich om dat hart te worden’, zegt Geuze. Sterker nog, het is al een eind op weg, al heeft de bankencrisis de zaken wel bemoeilijkt.

strijp-s_eindhoven2

De transformatie van oude industriegebieden in de stad is de worsteling van vele Nederlandse gemeenten. Amsterdam en Rotterdam hebben in de jaren negentig hun oude havenfronten herbestemd. Haarlem vond een oplossing voor het oude Enschedeterrein. Maastricht ontwikkelde het terrein van aardewerkproducent Sphinx-Céramique. ‘De wijk Céramique is een succesvol voorbeeld van hoe een stad een industrieel gebied bij het centrum weet te trekken en historie met wonen, cultuur, nieuwbouw en werken combineert’, zegt Geuze.

In Eindhoven is het iets lastiger, omdat het Philipsterrein zo enorm is ten opzichte van de schaal van de stad. Het stadscentrum is klein, onvergelijkbaar met dat van Haarlem of Maastricht en niet heel scherp gedefinieerd. Het stationsplein werd deels verwoest in de oorlog en is in de wederopbouwjaren iets te haastig volgezet. Behalve de geweldige Bijenkorf van architect Gio Ponti (uit 1969) aan het 18 Septemberplein is er weinig dat op het netvlies blijft staan.

Een uitzondering vormt de even verderop gelegen oude ‘Philipsstraat’ – van de tijd voor Strijp-S – waaraan ook de Lichttoren ligt, het eerste hoofdkantoor bijgenaamd de Bruine Heer en de Witte Dame (nu Design Academy). Recentelijk heeft de Italiaanse architect Massimiliano Fuksas twee glazen blobs toegevoegd om het 18 Septemberplein een beetje identiteit te geven. Aan de voet van de Lichttoren begint de – deels nog denkbeeldige – corridor die langs het PSV-stadion in westelijke richting dwars door Strijp-S naar landgoed De Wielewaal loopt.

Buiten het centrum zijn de uitgestrekte wijken met kleine arbeidershuisjes in het groen heel typerend voor Eindhoven. Ze liggen rondom de fabrieksterreinen waar de Philipsmedewerkers woonden. Dat waren er 35 duizend in de hoogtijdagen. Veel van hen werkten op Strijp-S, ook wel de Verboden Stad genoemd, want zonder Philipspasje kreeg je de binnenkant nooit te zien.

Strijp-S is een wigvormig terrein dat hemelsbreed een kilometer van het centrum ligt, 27 hectare groot. Het is in 2002 aangekocht door de stad Eindhoven voor 140 miljoen euro. Het terrein is bebouwd met knotsen van productiehallen. Bijna 400 duizend vierkante meter aan vloeroppervlak kreeg de gemeente in een keer in handen. Het hoge Klokgebouw, een belangrijk herkenningspunt voor Eindhovenaren, heeft alleen al een grondplan van ruim 7 duizend vierkante meter. Cijfers die al snel doen duizelen.

Strijp-S moet de nieuwe stadse woon- en bedrijfsvormen gaan aanbieden aan de regio Eindhoven. Termen als condo’s, lofts, hangende daktuinen, communityruimten, flexplekken en gecombineerde atelierwoningen, vliegen in het rond. Dat moet worden gemixt met cultuur (theater, muziek en een filmhuis) urban sport (bedoeld wordt een overdekte skatebaan) en industrieel getinte horeca. Een flink deel is er al.

Op een doordeweekse dag is het langs de Toren Allee – de hoofdstraat van Strijp-S en gelegen op de zichtas van Meneer Frits – zeer levendig. Er wonen en werken nu zo’n tweeduizend mensen. De magneetbus Phileas, die chauffeurloos kan rijden, zoeft voorbij onder met goudenregen bedekte pergola’s. De pergola’s zijn gemaakt van de oude bovengrondse leidingstraten van Philips. Er liggen designwinkels langs de Allee, cafés die naar buiten uitlopen op een breed trottoir.

De middenberm is beplant met dubbele platanenstammen, die zijn gekweekt in een V-vorm (V van Victorie). ‘Straks loopt die groene corridor in westelijke richting door, de stad uit, langs landgoed De Wielewaal. Helemaal tot aan het centrum van Boxtel’, zegt Geuze tevreden. Want bomen hebben altijd wel zijn speciale aandacht, hij blijft tenslotte een landschapsarchitect, ook al spreekt hij merendeels over steen.

Nu zijn er wel meer steden die zich voornemen een oud fabrieksterrein om te vormen tot hippe wijk met groen en cultuur. Maar het lukt zeker niet altijd. Heeft Eindhoven hier niet een zeer grote broek aangetrokken? Geuze: ‘Ik denk dat het succes van Strijp-S een heel speciaal Eindhovens verhaal is. Het is niet een kunstje dat andere steden zo maar kunnen nadoen.’

Een belangrijke oorzaak van de levendigheid van het gebied ligt in de traditie van ondernemerschap in Eindhoven. Dat gaat terug van vóór Philips en DAF. Wat Philips wel heeft ingebracht is het ondernemerschap dat wordt gecombineerd met hoogwaardige innovatie, waar grote technologiebedrijven op afkomen op zoek naar bètamensen. Alleen ASML – de chipmaker – heeft al 350 vacatures voor ingenieurs uitstaan.

‘Heb je wel eens die groeicijfers van Zuidoost-Brabant in tijden van goede conjunctuur bekeken? Dat zijn Chinese cijfers!’, zegt Geuze. Ook de schaal van Eindhoven, de relatieve afzondering van de Randstad en sterke familiebanden en andere hechte sociale structuren, die eerder bij een dorp dan een stad horen, geven het gebied een grote economische flexibiliteit, volgens Geuze.

Zonder die economische basis, zonder de aanwezigheid van opleidingen als de Design Academy en Technische Universiteit, krijg je Strijp-S niet vol. De grote productiehallen aan de Allee zitten vol kleine bedrijfjes en eenpitters in 4 meter hoge ruimtes. ‘Het is goedkoop, dat is zeker belangrijk’, vertelt een zzp’er. ‘Maar nog belangrijker is dat je niet op je zolderkamertje thuis wilt zitten werken als je een bedrijf begint. Hier ontmoet je mensen, hier kom je op ideeën.’

De startende creatieven stellen niet te veel eisen in ruil voor authentieke ruimte en lage huur. Dat geeft de stedenbouwers genoeg tijd en tegelijk krijgt het gebied toch identiteit. Placemakers, worden de huidige bewoners van Strijp-S ook wel genoemd. ‘Zonder identiteit trek je geen investeerders: geen huizenkopers die er willen wonen, geen bedrijven die er hun bedrijf willen vestigen.’

radio_royaal_strijp-s_eindhoven

Het meest tevreden is Geuze over de beslissing de sloophamer buiten de deur te houden. ‘Toen wij begonnen, had Eindhoven een paar gebouwen als monument aangewezen. De rest zou gesloopt worden.’ De eerste daad van de stedenbouwkundige was de sloop stoppen of in elk geval uit te stellen. ‘Als je bijna alles in een keer in nieuwbouw wilt gieten, moet je in korte tijd zo veel investeren. Dat is bijna niet terug te verdienen. Bovendien, nieuwbouw heeft nooit de identiteit die oude gebouwen wel hebben. Dat krijg je er gratis bij.’

Bijvoorbeeld het restaurant Radio Royaal. Om de hoek van de Allee staat de oude Machinefabriek waar Philips zijn stroom opwekte. Niemand zag veel in het behoud van een afgeleefde betegelde ruimte. Toch wilde West 8 het behouden. Nu bevindt zich op de eerste etage het restaurant Radio Royaal, geëxploiteerd door een hippe Amsterdamse horecaondernemer. Je eet hier onder duizelingwekkend hoge plafonds in volle gewaarwording van het voormalig machinegeweld. De industriesfeer is populair bij de gasten. Beneden exploiteren jonge modeontwerpers hun eigen winkels.

‘Je moet zorgvuldig zijn in wat je weghaalt’, zegt Geuze. De crisis maakt het niet-slopenbeleid nog zegenrijker. ‘Anders had je nu tegen een braakliggend terrein aangekeken waar de komende jaren niets gebeurt. Door de economische crisis ligt de nieuwbouw bijna compleet stil.’ Dat had overigens niemand voorzien tien jaar terug.

Juist omdat stedenbouw geen waarzeggerij is, is het cruciaal om niet te snel onomkeerbare beslissingen nemen: ‘Mensen zien een maquette van zo’n plan en denken, dat is tien jaar later klaar. Dat is bedrieglijk. De praktijk bij stedenbouw van deze omvang is dat je al snel twintig jaar verder bent. In de tussentijd kan de wereld er behoorlijk anders uitzien.’

Strijp-S moest, zo is tien jaar terug bepaald, in 2020 ‘af’ zijn. Dat is door de vastgelopen bouwsector opgeschoven naar 2025. Ooit was bedacht dat er dan 430 duizend vierkante meter stadsvloeren ligt, waarvan ongeveer tweederde nieuwbouw. De rest is bestaand Philipserfgoed. Die verhouding oud-nieuw pakt nu makkelijk uit in het voordeel van oud.

De vraag is of de nieuwe meters er komen in die termijn. Of dat de ‘tijdelijkheid’ voor heel lang het sleutelwoord blijft. Twee weken geleden besloot de gemeenteraad Eindhoven het oude roemruchte NatLab van Philips op Strijp-S niet te slopen. Het wordt nu een ‘culturele hotspot’ en onder meer het onderkomen van zes zalen van het filmhuis Plaza Futura. Of dat tijdelijk is of definitief? Geuze: ‘Je moet je vooral nooit vastleggen op een eindplaatje.’

NB
Arno Kantelberg, Het Wonder van Eindhoven – Roadtripdoor de geschiedenis van de Lichtstad (Uitgeverij Podium, € 17,50).
Dit artikel is gepubliceerd in de Volkskrant, 15 februari 2013
Auteur: Bob Witman
Illustratie uit: Visiefilm Strijp-S
preload preload preload