Modernisme met pijnlijke geschiedenis

Villa_Tugendhat_1Het glas, het staal en het beton glanst weer: de legendarische Villa Tugendhat in Brno is na jaren van verval gerestaureerd en klaar voor bezoek.

Je zou het niet snel verwachten in deze bescheiden Tsjechische provinciestad, maar de blinkend witte modernistische villa op een heuvel aan de rand van het centrum van Brno, omvat zo’n beetje de hele Europese geschiedenis van de twintigste eeuw. Zeker vandaag, als de oude zusjes Tugendhat  plaatsnemen op de designmeubels van  Mies van der Rohe – die beroemde  stoelen die hun familienaam dragen – midden in de sublieme woonverdieping die hun moeder liet ontwerpen door de Duitse architect, nu 82 jaar geleden.

Villa Tugendhat geldt  als een architectonisch icoon. In stilistisch opzicht misschien wel het hoogtepunt van het Europese modernisme. Na jaren van verkommering en restauratie is het huis weer  in blakende vorm. Het glas, het staal, het natuursteen en  het wit gestucte beton glimt en glanst of het gisteren is opgeleverd en ‘de familie er morgen in kan trekken’, zei een schoonzoon van de  Tugendhats woensdag, bij de feestelijke heropening van het de villa.

Maar er in trekken, dat zit er niet in. De familie was alleen maar op visite in eigen huis dat hun huis niet meer is. Aan de villa zit een pijnlijke geschiedenis verbonden.

Dat dit gebouw zo belangrijk is in de Europese architectuur, komt door Ludwig Mies van der Rohe (1886-1969), de minimale stilist die met Le Corbusier en Frank Lloyd Wright de toon van de twintigste eeuwse bouwkunst heeft gezet. Zijn esthetiek is op geen enkele manier aangetast door de tijd. Villa Tugendhat is zelfs vandaag nog zo modern van binnen en van buiten, dat hij morgen weer voorop de Schöner Wohnen kan staan.

Villa_Tugendhat_3De invloed die Mies van der Rohe heeft op architecten kan bijna niet worden overschat. Hele generaties zijn schatplichtig aan hem. Rem Koolhaas was zo gefascineerd door het Barcelona paviljoen van de Duitser uit 1929 – vrijwel gelijktijdig ontworpen met Villa Tugendhat – dat hij het tijdelijk bouwsel in de jaren tachtig 1 op 1 reconstrueerde. Wie naar de bossen van Ede rijdt, vindt daar  Villa 1, een onlangs bekroond ontwerp van het jonge Nederlandse bureau Powerhouse Company. In alles is het een ode aan de heldere kwaliteit  van Mies, wiens aanpak van ruimte, licht en  materiaal nog steeds de natte droom is van veel architecten.

‘Die woonkamer, het blijft ongelooflijk om er in te zijn, het is bijna meditatief’, zegt Daniela Tugendhat. Het is gek voor haar om te staan in de enorme  woonruimte van 240 vierkante meter die ze kent van foto’s en de verliefde verhalen van haar moeder. Grete Tugendhat, lid van de  steenrijke familie Löw-Beer, bouwde het huis met haar  man Fritz in 1930 in het stadje Brno, 200 kilometer ten zuiden van Praag. Zij was de drijvende kracht. Zij koos Mies als architect, zij kreeg de grond en financiering van haar vader. En zij besprak met bouwheer de details de stoffen, de meubels en de indeling.

Villa_Tugendhat_5De joodse Tugendhats hebben maar kort van hun huis kunnen genieten. In 1938 zijn ze voor de nazi’s gevlucht. En daar begint het verhaal dat op zo veel plekken in Europa heeft gespeeld. Hun huis is geplunderd door de Duitse Gestapo, daarna gebruikt als stal door de Russische cavalerie.  Het communistische Tsjecho-Slowakije legde er beslag op, hij deed dienst als balletschool, kinderkliniek, er werd geruzied over teruggave aan de familie en tot slot werd een museum.

Dat Grete Tugendhat, die overleed in 1970, zo verliefd was op die ruimte, is niet moeilijk te begrijpen als je er in staat. ‘Het is net het Pantheon’, zei de Amerikaanse architect Philip Johnson ooit na een bezoek aan Brno, ‘de foto’s zeggen niets over dit gebouw.’ Villa Tugendhat wordt afgebeeld in alle architectuurboekjes, maar de werkelijkheid overtreft alle clichés die er over de rondte doen.

Mies ontwierp een grote ononderbroken rechthoekige ruimte, gebaseerd op een grid van dragende kruiskolommen die om de vijf meter zijn geplaats. De staanders zijn afgewerkt met glimmend staal. Slechts twee elementen gebruikt hij om de ruimte te compartimenteren. Een muur van onyx natuursteen en een convexe wand van Makassar ebbenhout die de ronde eettafel omsluit. Beide staan los midden in de ruimte, zodat je je op elke plek  bewust blijft van het totale oppervlak. Bij iedere stap die je doet, verandert je perceptie van de ruimte. Overal spiegelt het chroom, het glas, het natuursteen en zelfs het gepolitoerde hout om je heen.

villa_tugendhat1

Daniela Kammer-Tugendhat

En dat is er dat raam. Doordat de wanden geen dragende functie hebben, kon de architect over de hele  breedte een glazen pui leggen.  Meer dan  25 meter glas, ongekend voor die tijd en nog altijd imponerend. Het huis staat bovenop een heuvel en door de glaswand  kijk je uit op de stad, met zijn middeleeuwse sprookjeskasteel, gotische kathedraal en neo-classicistische huizen. Het raam werkt als een frame, een schilderijlijst. Zo is het ook bedoeld. De nieuwe architectuur, die de oude architectuur inkadert.

Je zou de wand een overwinning kunnen noemen op de zwaartekracht.  Niet langer was de architectuur afhankelijk van zware materialen als baksteen, die de constructie moest stutten en gebouwen donker en zwaar maakte. Natuurlijk was Mies niet de enige die hier mee experimenteerde, bijna  alle Bauhausarchitecten gebruikten de beton/glas/staal constructies. Maar de voor niemand leken de nieuwe materialen van de twintigste eeuw zo geschapen als voor Mies van der Rohe.

Voor dat raam staat de rode chaisse longue waar Grete Tugendhat graag in zat, met een Tugendhat-tafeltje ernaast. De hele ruimte staat vol met designklassiekers, die door Mies van der Rohe voor deze plek zijn ontworpen. De Brno-stoel, de Tugendhat-stoel, de houten dressoirs van Lily Reich de ontwerpster waar de architect graag mee werkte. Het zijn replica’s. De meeste originelen zijn  met de familie in 1938 vertrokken.

In 1969 is Grete hier voor het eerst terug geweest. Het eerste dat ze deed, zegt dochter Daniela, was naar die onyx wand lopen en hem aanraken. Het kostbare natuursteen wisselt bijna constant van kleur door de veranderende lichtinval. Ze zei niet zo veel, ze was zo ontroerd. ‘Het was haar liefste wens dat het huis gerestaureerd zou worden’, zegt Daniela.

De Nederlandse architect Wessel de Jonge is onderdeel van het internationale expertteam dat de afgelopen zeven jaar aan de restauratie heeft gewerkt. ‘Het is een ongelooflijk monument’, zegt hij. Hij drukt op een knop om een van de vijf reusachtige ramen volledig in de  vloer te laten verdwijnen. Het is het originele mechanisme dat Mies inbouwde. Het werkt nog steeds geruisloos. Zoals ook het enorme airco en verwarmingssysteem dat de halve kelder in beslag neemt. En een fotocel (in 1930!) die het buitenhek automatisch afsluit. ‘Deze techniek voor een woonhuis, dat was ongekend.’

De Jonge – gespecialiseerd in restauratie van 20e eeuwse monumenten van het modernisme – heeft sanatorium De Zonnestraal van architect Jan Duiker gedaan en de Van Nellefabriek van Brinkman en Van der Vlugt. ‘Maar in Nederland is het materiaalgebruik beduidend bescheidener. Dit is een huis, gebouwd voor de bourgeoisie, dat zie je aan alles.’ Hij wrijft met zijn hand over het stuc. ‘Zo glad als babybilletjes’, zegt hij. Het is stucco lustro, stuc gemengd met marmerpoeder.

En dat kon in dit huis. Het bouwbudget is onbekend. Maar geschat werd dat van het geld dertig gewone huizen konden gebouwd. Alleen de wand van onyx is een arbeiderswoning waard. De tegels van travertin, de handgemaakte deurknoppen, het overal toegepaste zebrahout en ebben, de absurde hoeveelheid techniek. Die overdaad leidde ook tot kritiek op Mies. Voor veel architecten was  het modernisme bedoeld om ook de arbeider aan een mooie lichte woningen te helpen. Niet de rijken te behagen. Dit is ‘de verheffing van het snobisme’, zei de Tsjechische kunstenaar en fotograaf Karel Teige over het huis in Brno.

villaachgerDat snobisme en het gebruik van de allerbeste materialen, maakt overigens dat het huis ondanks het feit dat het jaren is gemaltraiteerd goed was te restaureren. Alleen de roerende goederen moesten vaak worden nagemaakt, omdat het huis in en na de oorlog is leeggeroofd. ‘We hebben bijna als archeologen gezocht naar sporen van  de oorspronkelijke materialen, om ze zo goed mogelijk te na te kunnen maken’, zegt De Jonge. Er zijn geulen in de tuin gegraven om glasscherven te zoeken van de oorspronkelijke ramen, die bij een bombardement in WOII sneuvelden.

Daniela Tugendhat laat zich gewillig  interviewen en fotograferen op deze feestdag die voor de familie ook een ingewikkelde dag is. Er zijn onverkwikkelijke juridische kwesties geweest met de Tsjechische staat, toen de familie vergeefs het in beslag genomen bezit terug eiste. Dat is niet waar ze het vandaag over wil hebben. Haar zus Ruth kan het niet helemaal van zich af zetten: ‘Het ziet er prachtig uit. Maar ik mis wel iets.’ Dit was een woning, nu is het een museum. ‘Ik mis bloemen, ik mis de kinderen, het eten en het leven.’

Villa Tugendhat, Brno, is vanaf 6 maart  voor publiek geopend (maandag gesloten), alleen een in toer, adres Cernopoli 45, Brno. www.tugendhat.eu>
Auteur: Bob Witman/gepubliceerd in de Volkskrant/2 maart 2012
preload preload preload