Een stadion om de tegenstander te jennen

allianz_arena_herzog_de_meuron1Door BOB WITMAN / 5 januari 2006 / de Volkskrant

MUNCHEN
In de jaren zestig en zeventig was voetbalclub Liverpool onverslaanbaar. In hun stadion, het roemruchte Anfield, hing boven de uitgang van de spelerstunnel in grote letters de tekst This is Anfield. Zodat de tegenstander nog even kreeg ingepeperd welk veld hij met knikkende knieën op het punt stond te betreden.

Anfield was toch al niet zo lekker voor de uitploeg. Ooit beschikte Liverpool over een staantribune achter een van de goals waarop 28 duizend man plaats kon nemen. Dat moet een imposante muur van fanatieke Liverpool-ogen zijn geweest die de vijandelijke keeper in zijn rug voelde priemen. De tribune (de ‘Anfield Kop’) ging er prat op dat ze een wedstrijd voor Liverpool konden winnen: ‘Wij kunnen de bal het doel in zuigen.’.

Architectuur kan gebruikt worden om de tegenstander te imponeren, dat besef dringt zich op als je op de middenstip staat van het nieuwe voetbalstadion Allianz Arena in München. De hoogte en steilheid van de tribunes zijn huiveringwekkend. De bovenste ring heeft zelfs een hellingspercentage van 34 procent. Daardoor lijken de grijze klapstoeltjes, 66 duizend in totaal, van alle kanten tot recht boven je hoofd op te rijzen. Een tegenstander van Bayern München zal zich klein voelen als al deze zitplaatsen gevuld zijn met de in het rood van de thuisclub gestoken supporters.

En dat is niet alles. Ook de huid van de Allianz Arena werkt mee aan het spel van intimidatie. De façade van het stadion kan verschillende kleuren aannemen. Bij thuiswedstrijden van Bayern München perst het rood van de club zich door lichttunnels in het trappenhuis het stadion in en voegt zich bij dat van de supporters. Probeer dan als tegenstander nog maar eens een trefzeker aanloopje voor een strafschop te nemen.

Het ontwerp van het stadion in München is van de Zwitserse architecten Jacques Herzog (1950) en Pierre de Meuron (1950). Zij zijn niet alleen de gelauwerde scheppers van de verbouwde Tate Gallery in Londen (1999), de winkel van Prada in Tokio (2003) en het Forum in Barcelona (2004), maar ook hartstochtelijke amateur-voetballers. Hun club is FC Basel, waarvoor ze in 2001 een stadion bouwden. Daar experimenteerden ze al met kleur om de bezoekende ploeg te imponeren. Het ideale voetbalstadion, zei Jacques Herzog vorig jaar tegen de Volkskrant ‘is een Shakespeariaanse arena.’ Voetbal als een spektakelstuk. ‘Met tribunes zo steil dat je de bezoeker tot vlak boven de spelers brengt. Als je de afstand tussen het spel en de toeschouwer heel klein weet te maken, dan wordt het publiek de architectuur.’

De Allianz Arena, waar de openingswedstrijd van het WK Voetbal in juni wordt gespeeld, is een adembenemend ontwerp. Wanneer je München met de auto nadert vanaf het noorden ligt de Arena als een reusachtige autoband op zijn zij langs de A99. Hij is ‘s avonds altijd verlicht. In verschillende kleuren. Het wit staat voor neutrale wedstrijden (als het Duitse nationale elftal speelt), Het rood voor thuiswedstrijden van Bayern Munchen, en blauw voor TSV 1860, de eerste-divisieploeg met wie Bayern het stadion deelt.

Herzog en De Meuron staan bekend om hun sexy materiaalkeuze en de verrassende wijze waarop ze hun ontwerpen bekleden. Dit stadion is zeker een van hun sterkste staaltjes. De façade is opgebouwd uit 2760 ruitvormige luchtkussens die worden volgeblazen met warme lucht. Van een afstandje lijkt het melkglas, maar van dichtbij ontwaar je een ingenieus systeem van kunststof membranen die met een constante druk van 350 Pascal opbollen. De dakcompartimenten zijn zo stevig dat ze een last van anderhalve meter sneeuw kunnen dragen en ze worden gesecondeerd door 25 duizend lampen die de Allianz Arena in verschillende kleuren kunnen uitlichten.

Vooral door die façade is de Allianz Arena de nieuwe icoon van de Zuid-Duitse stad, die al een bijzonder stadion bezat, het oude Olympische Stadion uit 1972. Toch kozen de Münchenaren er bij referendum voor om niet dit stadion te renoveren, maar een nieuw complex te bouwen. Dat heeft de stad 340 miljoen euro gekost.

Voor Herzog en De Meuron zijn Britse stadions als Anfield van rond 1900 de grote voorbeelden van goede voetbalarchitectuur. Anfield is een ontwerp van Archibald Leitch (1865-1939), een Schotse ingenieur wiens naam lang in de vergeetboeken stond. Vrij recent werd ontdekt dat Leitch niet alleen Anfield heeft gebouwd, maar Celtic Park in Glasgow, White Hart Lane voor Tottenham (Londen), Highbury voor Arsenal en de stadions van Aston Villa, Manchester United en Queens Park Rangers. In zijn eentje vertegenwoordigt Leitch zo een belangrijk deel van de Britse voetbalhistorie.

Wat de Britse stadions voor Herzog zo fascinerend maakt, is dat ze zo monomaan zijn gefocused op het spel zelf. Geen stadions die voetbal met atletiek, of andere sporten, combineren. Alles draait om de religie die voetbal heet. De buitenzijde is vaak lelijk of in elk geval goedkoop, maar binnen staat alles ten dienste van het spel. In aansluiting op die gedachte heeft de Allianz Arena steile tribunes die ook op de goedkoopste plekken prima zicht geven op het speelvlak. Achter de tribunes gaan brede traversen schuil, die de mensenmassa’s moeten aan- en afvoeren. De Arena is van boven open, alleen de tribunes zijn overkapt. De huif boven de toeschouwers bestaat uit transparante membranen die zonlicht doorlaten, wat belangrijk is voor de kwaliteit van het gras. Maar als het spel begint, wordt de overkapping dichtgetrokken met horizontale rolgordijnen. Zodat het daglicht zich als een spot op de groene mat richt en voorkomt dat de aandacht van het publiek afdwaalt van de 22 man beneden hen.

Herzog en De Meuron ontwerpen ook het Olympisch Stadion voor de Spelen in Peking in 2008, een constructietechnisch hoogstandje dat op een afstandje nog het meest lijkt op een vogelnestje. ‘Een atletiekstadion ontwerpen is heel iets anders dan een voetbalstadion maken. De tribunes van een atletiekstadion zijn veel vlakker, de totale spanbreedte is veel groter. De aandacht is verdeeld tussen verschillende sporten’, zei Jacques Herzog een jaar geleden toen hij op bezoek was in Nederland. Dat was ter gelegenheid van een tentoonstelling van zijn bureau in het Nederlands Architectuurinstituut in Rotterdam.

Hij hinkte toen rond op één been omdat hij net het weekeinde ervoor bij zijn wekelijkse voetbalpartijtje onderuit was geschoffeld. Herzog verklapte dat hij een echte liefhebber is van Nederlands en Brits voetbal en beduidend minder heeft met zijn noorderburen. ‘Maar onfortuinlijk genoeg hebben we de competitie voor de opdracht in München gewonnen.’ (brede grijns). München is ook de stad waar Nederland de finale van Duitsland verloor, 32 jaar geleden. ‘Als jullie maar niet denken dat alleen Nederlanders zijn getraumatiseerd door de uitslag van 1974.’

Allianz Arena, stadion voor Bayern Munchen en TSV 1860, ontwerp Herzog en De Meuron. Bouw gestart 2002, eerste wedstrijd mei 2005. Openingswedstrijd WK 2006, 9 juni, Duitsland-Costa Rica. Toeschouwerscapaciteit 66 duizend. Bouwkosten 340 miljoen euro. www.allianz-arena.de
preload preload preload