Zwevende constructies van humaan beton


mube_museum_la_rochaBob Witman/ gepubliceerd maart 2006 / de Volkskrant

Paulo Mendes da Rocha is de relatief onbekende vertegenwoordiger van het Latino-modernisme: wulps en lichtvoetig. Gisteren kreeg hij de Pritzker Prize, de Nobelprijs voor architectuur.

Niet veel mensen zullen hebben gehoord van de man die de meest prestigieuze architectuurprijs van dit jaar wint. De Pritzker Architecture Prize 2006 gaat naar Paulo Mendes da Rocha (Brazilië, 1928), een architect die niet de sterrenstatus heeft van eerdere winnaars als Rem Koolhaas (2000), Herzog en De Meuron (2001) of Zaha Hadid (2004).

Mendes da Rocha heeft villa’s gebouwd, musea, voetbalstadions, pleinen ontworpen en winkels. Maar vooral in eigen land: buiten Brazilië weten weinigen wie hij is. Het werk van Mendes da Rocha past volledig in de traditie van de Zuid-Amerikaanse variant van het modernisme, dat zo veel lichtvoetiger en wulpser is dan de strenge moedervorm van het Europese continent. Van die Latino-opvatting is vooral Mendes da Rocha’s landgenoot Oscar Niemeyer bekend, 98 jaar inmiddels maar nog altijd aan het werk.

Als de jury van de Pritzker die eigenzinnige, ietwat tropische variant van het modernisme heeft willen belonen met deze prijs (waaraan een bedrag van honderdduizend dollar is verbonden) dan is de keuze voor Mendes da Rocha zeker verdedigbaar. Het is een goede architect, door de Pritzkerjury geroemd om zijn ‘vermetel gebruik van simpele materialen’ en een ‘groot begrip van de poëzie van ruimte’.

Paulo Mendes da Rocha ontwierp in 1958 bijvoorbeeld het stadion voor de Paulistano atletiekclub in São Paulo, de plaats waar het grootste deel van zijn oeuvre is te vinden. Dit ontwerp doet nog steeds zeer modern aan. Het knappe is dat het betonnen frame ondanks zijn forse volume zo fragiel blijft. Het ontwerp loopt naar onderen smal toe als een soepbord en, doordat het op slechts een paar dunne pootjes de grond raakt, lijkt de zwaarte van het beton te worden opgeheven.

Brazilië raakte voor de Tweede Wereldoorlog zwaar onder invloed van de vader van het modernisme, de Zwitserse architect Le Corbusier. Met de toen piepjonge Oscar Niemeyer ontwierp hij het ministerie van Gezondheid in Rio de Janeiro. Na de oorlog kregen Braziliaanse architecten als Niemeyer met Brasilia, de nieuw te bouwen hoofdstad van het land, een droomopdracht om de utopische idealen van het modernisme te realiseren. Daar was Mendes da Rocha niet bij. Hij behoorde tot de school van het São Paulo Brutalisme, een term die verwijst naar het ongepolijste materiaalgebruik van deze groep architecten. Veel van Mendes da Rocha’s ontwerpen tonen open en bloot de betonnen constructies waarin de bekistingsnaden nog zichtbaar zijn.

Toch is het beton van Mendes da Rocha humaan en zijn de constructies die hij ontwerpt licht. Het beroemdste ontwerp van de architect is het nationale beeldenmuseum in São Paulo, het MUBE, uit 1988, een gebouw dat bovengronds vooral een plein is (de tentoonstellingsruimtes zijn ondergronds weggewerkt). Mendes da Rocha legde een dikke plak beton van zestig meter lang en twaalf meter breed over dat plein. Die zweeft enkele meters boven de grond, wat een enorme massa geeft, maar het pakt gek genoeg goed uit. Het beeldenplein krijgt ondanks zijn openheid toch de intieme beschutting waarin de tentoongestelde beelden tot hun recht kunnen komen.

preload preload preload