In het minimalistische huis van architect Hans van Heeswijk is het zeer prettig thuiskomen.

heeswijk2Het kan heel goed dat een sterrenkok thuis een beetje slordig kookt. Of dat een vakkundig timmerman met zijn eigen kledingkast zich ervan af maakt. Maar een architect die zijn eigen woning ontwerpt, die moet wel zijn best doen, anders komt hij elke dag niet lekker thuis.

Als je aan komt rijden over het nieuwste deel van de Amsterdamse wijk IJburg, zie je in een oogopslag de recentste bouwmodes. Op de ruime kavels van het Rieteiland Oost, waarop bij de bebouwing een architect betrokken moet zijn, is alles hout wat de klok slaat. Natuurlijk materiaal is zeer gewild. De particulier die geld heeft om zijn eigen huis te laten ontwerpen, wil kennelijk iets warms tegen de gevel.

Het enige huis in dit deel van de wijk dat met aluminium is bekleed, is dan ook van een architect. Hans van Heeswijk (60). Zijn bureau verbouwde in 2009 het Hermitage Museum in Amsterdam – een veel geprezen project – en werkt nu aan de renovatie en van het Mauritshuis in Den Haag. Zijn eigen woonhuis, dat vorig jaar gereed kwam, is nu genomineerd voor de Amsterdamse architectuurprijs (AAP).

Een architect die voor zichzelf bouwt, dat is ingewikkeld. Er is geen opdrachtgever, niemand die zegt dat het niet zo moet maar zo. Misschien, denkt Van Heeswijk zelf, dat daarom slechts één op de drie architecten voor zichzelf bouwt. Want er zijn geen excuses als het niet lukt, behalve dan dat je eigenlijk geen goede architect bent.

De wens bij Van Heeswijk om zelf zijn huis te ontwerpen, kwam voort uit onvrede met de standaard Nederlandse plattegrond. Vrijwel overal staan de huizen met de smalle kopse en kontse gevel op het licht, de lange dichte zijde tegen elkaar. Saai ingedeeld met een gang waaraan diverse kamertjes grenzen en sinds een halve eeuw is de plafondhoogte maximaal 2,40 meter. Juist de twee dingen die Van Heeswijk als architect cruciaal acht voor zijn wooncomfort, licht en ruimtelijkheid, zijn schaars.

En dat is precies wat het woonhuis op Rieteiland zo feestelijk maakt. Het huis telt drie bouwlagen en staat dwars op de kavel, waardoor de lange zijde naar het westen uitkijkt over een park. Die zijde is volledig van glas. Je kunt op alle plekken in het huis steeds van de vloer tot het dak kijken. De etages zijn opengewerkt, waardoor de westhelft van het huis in feite een twaalf meter brede vide is geworden. Deuren en muren zijn schaars in dit huis.

heeswijk4De plattegrond is van een hardvochtig soort minimalisme. Het enige wat Van Heeswijk heeft vastgezet, is de serviceconsole in het hart van het gebouw, van vloer tot dak. Daarin zit facilitair spul, sanitair en kasten. De overige ruimtes slingeren zich daaromheen: eetkeuken en hal op begane grond, zitkamer en werkruimte op één hoog, slapen, baden en een terras op drie. De kontzijde die naar de straat is gekeerd, is als een spiegel van zonzijde: die is dicht en beschut, gemaakt van geperforeerd aluminium.

Die twee sensaties, ruimte en licht, overheersen in alles dit concept. Zodanig dat een derde kwaliteit pas later tot je doordringt: die van het materiaal. Het staal van de trappen is blank, de gladde betonvloer onbeschilderd, het metershoge aluminium kozijn ongekleurd. Dat elementairisme verraadt een gedoseerde hand van architectuur, net als de detaillering van zelfontworpen deurklinken, kozijnsluitingen en open haard. Alles geschikt om zeer prettig thuis te komen.

BOB WITMAN

Gepubliceerd in de Volkskrant 17 april 2012
preload preload preload